publicaties_img

Potentiële habitats en hun staat van instandhouding voor zwanenganzen (Anser cygnoides) langs de Oost-Aziatische trekroute.

publicaties

door Chunxiao Wang, Xiubo Yu, Shaoxia Xia, Yu Liu, Junlong Huang en Wei Zhao

Potentiële habitats en hun staat van instandhouding voor zwanenganzen (Anser cygnoides) langs de Oost-Aziatische trekroute.

door Chunxiao Wang, Xiubo Yu, Shaoxia Xia, Yu Liu, Junlong Huang en Wei Zhao

Soort (vogel):Zwaanganzen (Anser cygnoides)

Tijdschrift:Teledetectie

Abstract:

Habitats bieden essentiële ruimte voor trekvogels om te overleven en zich voort te planten. Het identificeren van potentiële habitats in jaarlijkse cyclusfasen en hun beïnvloedende factoren is onmisbaar voor het behoud langs de vliegroute. In deze studie hebben we satellietvolggegevens verkregen van acht zwaanganzen (Anser cygnoides) die overwinterden in het Poyang-meer (28°57′4.2″, 116°21′53.36″) van 2019 tot 2020. Met behulp van het Maximum Entropy-soortendistributiemodel hebben we onderzoek gedaan naar de potentiële habitatverdeling van de zwanenganzen tijdens hun migratiecyclus. We analyseerden de relatieve bijdrage van verschillende omgevingsfactoren aan de geschiktheid van de habitat en de staat van instandhouding voor elke potentiële habitat langs de vliegroute. Onze resultaten laten zien dat de belangrijkste overwinteringsgebieden van zwanenganzen zich in de midden- en benedenloop van de Yangtze-rivier bevinden. Tussenstops waren wijd verspreid, voornamelijk in de Bohai Rim, de middelste uitlopers van de Gele Rivier en de noordoostelijke vlakte, en strekten zich westwaarts uit tot Binnen-Mongolië en Mongolië. Broedgebieden bevinden zich voornamelijk in Binnen-Mongolië en Oost-Mongolië, terwijl sommige verspreid liggen in het centrum en het westen van Mongolië. De bijdragepercentages van belangrijke omgevingsfactoren zijn verschillend in broedgebieden, tussenstops en overwinteringsgebieden. Broedplaatsen werden beïnvloed door helling, hoogte en temperatuur. Helling, menselijke voetafdrukindex en temperatuur waren de belangrijkste factoren die de tussenstoplocaties beïnvloedden. Overwinteringsgebieden werden bepaald door landgebruik, hoogte en neerslag. De staat van instandhouding van habitats bedraagt ​​9,6% voor broedgebieden, 9,2% voor overwinteringsgebieden en 5,3% voor tussenstops. Onze bevindingen bieden dus een kritische internationale beoordeling van potentiële habitatbescherming voor ganzensoorten op de Oost-Aziatische trekroute.

PUBLICATIE BESCHIKBAAR OP:

https://doi.org/10.3390/rs14081899