publicaties_img

Bewegingen van subvolwassenen dragen bij aan de migratieconnectiviteit op bevolkingsniveau

publicaties

door Yingjun Wang, Zhengwu Pan, Yali Si, Lijia Wen, Yumin Guo

Bewegingen van subvolwassenen dragen bij aan de migratieconnectiviteit op bevolkingsniveau

door Yingjun Wang, Zhengwu Pan, Yali Si, Lijia Wen, Yumin Guo

Tijdschrift:Animal BehaviorVolume 215, september 2024, pagina's 143-152

Soort(vleermuis):kraanvogels met zwarte hals

Abstract:
Migrerende connectiviteit beschrijft de mate waarin migrerende populaties gemengd zijn in ruimte en tijd. In tegenstelling tot volwassenen vertonen subvolwassen vogels vaak verschillende migratiepatronen en verfijnen ze voortdurend hun trekgedrag en bestemmingen naarmate ze ouder worden. Bijgevolg zou de invloed van bewegingen van subvolwassenen op de algehele migratieconnectiviteit anders kunnen zijn dan die van volwassenen. De huidige onderzoeken naar migratieconnectiviteit zien echter vaak de leeftijdsstructuren van de bevolking over het hoofd en richten zich voornamelijk op volwassenen. In deze studie onderzochten we de rol van bewegingen van subvolwassenen bij het vormgeven van connectiviteit op populatieniveau door gebruik te maken van satellietvolggegevens van 214 zwartnekkraanvogels, Grus nigricollis, in West-China. We hebben eerst de varianties in ruimtelijke scheiding in verschillende leeftijdscohorten beoordeeld met behulp van de continue temporele Mantel-correlatiecoëfficiënt met gegevens van 17 jongeren die in hetzelfde jaar gedurende 3 opeenvolgende jaren werden gevolgd. Vervolgens berekenden we de continue temporele migratieconnectiviteit voor de gehele bevolking (bestaande uit verschillende leeftijdsgroepen) van 15 september tot 15 november en vergeleken het resultaat met dat van de familiegroep (alleen bestaande uit jongeren en volwassenen). Onze resultaten onthulden een positieve correlatie tussen temporele variatie in ruimtelijke scheiding en leeftijd nadat de jongeren zich van de volwassenen hadden gescheiden, wat suggereert dat subvolwassenen hun migratiepaden mogelijk hebben verfijnd. Bovendien was de migratieconnectiviteit van het cohort van alle leeftijden matig (minder dan 0,6) in het winterseizoen, en aanzienlijk lager dan die van de familiegroep tijdens de herfstperiode. Gezien de aanzienlijke impact van subvolwassenen op de migratieconnectiviteit, raden we aan om gegevens verzameld van vogels in alle leeftijdscategorieën te gebruiken om de nauwkeurigheid van schattingen van de migratieconnectiviteit op populatieniveau te verbeteren.